Militant Islam Monitor > Satire > Hirsi Ali's gift to Islamists:Exception to stay in NL despite phony asylum claim sets legal precedent for all illegal immigrants Hirsi Ali's gift to Islamists:Exception to stay in NL despite phony asylum claim sets legal precedent for all illegal immigrantsMinister who was tough on immigration loses bid for party leadership after ruling to take Ali's citizenship is slammed by party MIM: Why Islamists love Magen alias Ali. Muslims in Holland rejected Ali and her efforts to 'emancipate' them after she denigrated Islam and mocked their religiosity, but there are some who are hoping she will be allowed to remain in the country and keep her citizenship.,so they can too.... Abu Ayyesh hopes for the rescue of Hirsi Ali. The 68 year old 'Palestinian' social security recipient with 3 young children is thousands of euros in debt and is on the point of being thrown out of his house. He lost his residence permit when it was found he gave a false name on his application. His lawyer says that if the Dutch government makes an exception in the case of Hirsi Ali alias Magen,they will have to do the same for his client and eventually hundreds if not thousands of others. Aboe Ayyesh hoopt op redding Hirsi Ali http://www.ad.nl/rotterdam/article357124.ece ROTTERDAM - Aboe Ayyesh (68) is al ruim een jaar zijn AOW kwijt en zijn kinderbijslag. Hij heeft duizenden euro's schuld. Binnenkort dreigt hij met vrouw en drie kinderen op straat te komen staan. Maar de Kamersteun voor VVD'er Hirsi Ali heeft ineens hoop gebracht. Want ook Abou Ayyesh verloor ruim een jaar geleden zijn Nederlandse nationaliteit omdat hij bij zijn asielaanvraag een andere naam opgaf. Sindsdien is het leven voor de Palestijnse vluchteling, die leeft van de giften van vrienden en kennissen, veranderd in een hel. Via de rechter hoopt hij alsnog in Nederland te mogen blijven. ,,Waar moeten we naar toe? Ik kan nergens anders heen. De Palestijnse gebieden kom ik vanwege de Israeliërs niet meer in." Maar als voor Hirsi Ali een uitzondering wordt gemaakt, dan zal dat ook voor hem gelden, hoopt hij. De geboren Palestijn vluchtte in 1993, tijdens de intifada, voor het geweld uit zijn geboortestad Nablus. Via Jordanië, waar hij reisdocumenten wist te regelen, reisde hij naar Nederland en vroeg hij asiel aan. Zijn tolk raadde hem aan een andere naam op te geven, omdat hij anders misschien terug zou worden gestuurd naar Jordanië. ,,Ik wist toen helemaal niets, en heb zijn advies opgevolgd." Aboe Ayyesh en zijn gezin krijgen na enkele jaren wachten een verblijfsvergunning, en gaan in Rotterdam wonen. In 1999 laat hij zich naturaliseren. Na het overlijden van zijn zieke vrouw, besluit de Rotterdammer te hertrouwen. Hij krijgt drie zoontjes, die nu 6, 4 en 2 jaar zijn. Het gaat fout als hij zijn echte naam doorgeeft aan Burgerzaken. De Immigratie- en Naturalisatiedienst besluit dan dat Abou Ayyesh zijn Nederlanderschap kwijt is. ,,Het was fout om een valse naam op te geven, maar ik was als de dood om terug te worden gestuurd. En ook al ben ik fout geweest, wat hebben mijn kinderen misdaan? Die zijn hier geboren en gewoon Nederlanders." Zijn advocaat Dirk Schaap volgt de zaak Hirsi Ali, net als veel collega's, met veel belangstelling. Volgens hem heeft Verdonk gelijk als ze zegt dat ze volgens de wet niet anders kan. Honderden anderen zijn om dezelfde reden hun nationaliteit kwijtegeraakt. Hij ziet de zaak van Aboe Ayyesh, die nu een nieuwe verblijfsvergunning heeft aangevraagd, somber in. De Rotterdamse familie zal bij een negatieve uitspraak het land uit moeten. Tenzij voor Hirsi Ali tóch een uitzondering wordt gemaakt. Dan zullen ook zijn cliënten om een herziening vragen, aldus Schaap. -------------- http://www.telegraaf.nl/binnenland/43418571/Zaak-Hirsi_Ali_blijft_internationale_pers_boeien.html Zaak-Hirsi Ali blijft internationale pers boeienNEW YORK/PARIJS - Nederlandse ambassadeurs zijn ingezet om het beeld van Nederland in het buitenland bij te schaven na de affaire-Hirsi Ali, maar de kwestie blijft internationaal aandacht trekken. Woensdag haalde het de voorpagina's van de International Herald Tribune (IHT) en de Franse krant Le Figaro.
Volgens het artikel in het IHT, dat op deze dag ook in The New York Times verschijnt, verdeelt het immigratievraagstuk de Nederlanders na twee „politieke moordaanslagen". De gerespecteerde krant wijst er echter op dat het vraagstuk van de integratie niet een puur Nederlandse zaak is, maar in heel Europa aan de orde is. Het conservatieve Le Figaro richt zijn aandacht op het beleid van Verdonk, die door de krant de „IJzeren Dame" wordt genoemd. Ze verkeert in een zware storm, bericht de krant uit Parijs. Maar over de kwestie-Hirsi Ali wil Verdonk absoluut niet met de Franse verslaggever praten. Maar van een ding is ze wel zeker: ze zal de politieke storm overleven. „Het beeld dat in Nederland wordt geknaagd aan de tolerantie en de vrijheid van meningsuiting bevalt me totaal niet. Er is alle aanleiding voor om deze verkeerde beeldvorming weg te nemen", zei de premier vorige week. Minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot bevestigde dat de beeldvorming over Nederland te lijden heeft gehad onder de affaire. Daags na de brief van minister Rita Verdonk van Vreemdelingenzaken over het Nederlanderschap van Hirsi Ali was de zaak al 'breaking news'. In de kranten verschenen commentaren onder de kop als Dutch Disease (zakenkrant The Wall Street Journal), terwijl het Duitse dagblad Die Welt schreef 'Nederlanders maken islamcritica murw'. Ook in de internationale politiek vielen harde woorden te beluisteren. De voorman van de Groenen in het Europees Parlement, Daniël Cohn-Bendit, noemde de gang van zaken rond Hirsi Ali „schandalig". „Het beroemde beeld van de Hollandse tolerantie is nu helemaal veranderd." Hij repte over „natrappen" van iemand die op de grond ligt door Verdonk. ------------------ MIM: More lies from Hirsi Magen. She claims she was 'forced to lie' because her ex was looking at her. In an 2003 interview she admitted to being 'unfaithful' to her husband and that her divorce had been finalised that year. Which begs the question of how she can plead she was fearful she would be found when her family knew where she was and she herself admitted that the Somalian community in Holland had kept an eye on her and told her father about what she was doing. Not to mention that he could have found her easily since she was so high profile and one of the most photographed public figures in Holland. If her ex was actively looking for her as she claims, finding a single female Somalian female refugee who was working with fellow Somalians in Holland should have been quite simple. The story just doesnt wash,and indicates that Ali is a pathological liar. Proof of this can be seen below in two excerpts form separte interviews she gave in which she recounted having been beaten by a Koran teacher. Ali lied and exaggerated a story about a beating at the hands of a Koran teacher.In a 2003 interview with a Dutch journalist and a 2005 interview with a British journalist she told two completely different stories about being attacked by a Koran teachers, which bear all the characteristics of a pathological liar. In the same 2003 interview Ali said that "I am a consummate liar" ,but claimed she didnt need to anymore. As the two different accounts of a beating she says she received from Koran teacher are an indication, not surprisingly Ali lied about not having to lie .Hiris Ali also lied about being forced to lie because she was afraid her family would find her- on the contrary she claimed that she was going to ask for asylum and if it was rejected she would have gone to Canada to live with her husband. Which begs the very real question as to if Ali's marriage would have been recognised in Canada- ( although there has been recent talk of recognising shari'a in Canada), it is not likely that a marriage which had been officiated under Somalian tribal custom would have any legal standing. And as such there was no marriage to speak of.
MIM: In 2002 she told a very different story to a Dutch journalist saying she had passed out after the teacher fractured her skull, endured a 12 day hospital stay.
http://www.guardian.co.uk/g2/story/0,,1485350,00.html But because I also love and admire my father, I spoke to the man he wanted me to marry, and I asked him what kind of life we were going to have together. And he said, 'Well, you're going to have six sons for me.' And I told my father I didn't want this, and he said he couldn't go back on his word." When Hirsi Ali refused to attend, they carried out the ceremony without her. "Clan members came together, papers were signed, and I was married." That, very nearly, was Hirsi Ali's life settled. The only problem was how to get her into Canada, and the solution was to go via a cousin in Germany, who could organise the papers. Hirsi Ali spent two nights in Germany and then, on a whim, bolted. She took a train to the Netherlands, and walked out on her husband, her family and her culture. "I thought, if I don't try it now, I'll never know. I thought, if they discover me in Holland, and take me to Canada, then I'll live peacefully with my husband. But I had to try. And, I must admit, it was easy. You just had to take the train anywhere. And I asked for asylum under another name - my name is Ayaan Hirsi Magan, and I told them that my name is Ayaan Hirsi Ali." ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Translation of an excerpt in the 5/26/05 piece in Trouw where Ali claims that her family was after her so she had to give a false name. Even if her 'husband' would have found her there were two simple reasons she had nothing to fear: Since Ali was told to go to Germany because she could not go straight to Canada obstensibly because of immigration problems, even if her husband had found her,would not have been able to bring her to Canada. Had he done so ( for the sake of argument) she could have walked into the nearest police station and claimed she was being held against her will and demanded protection. The only legitimate reason to claim flight from an arranged marriage would have been if she had escaped from a country like Somalia after having been married there.
http://www.trouw.nl/deverdieping/dossiers/article7566.ece/Ayaan+Hirsi+Ali MIM: What Ali recently told the New York Times contradicts this story which was in the Dutch Trouw newspaper on 26/05/06 Ayaan Hirsi Ali beschikt over brieven van haar Somalische familie die haar beweringen onderbouwen dat ze bij haar asielaanvraag in Nederland wel gedwongen was onjuiste informatie te geven. Ze was bang dat de man aan wie ze uitgehuwelijkt was, haar op het spoor kon komen. Haar vader had haar vervloekt en verstoten. Dit heeft ze eerder deze week gemeld aan de New York Times. Een verslaggever van de Amerikaanse krant kreeg inzage in twee brieven, één uit 1992 van haar zuster en één uit 1993 van haar vader. Haar zuster Haweya waarschuwt Hirsi Ali, die toen net gearriveerd was in een Nederlands asielzoekerskamp, dat haar man in Duitsland op zoek is naar haar. Haar vader coördineert de zoektocht van clanleden die ook gevraagd zijn naar Hirsi Ali uit te kijken. 'Je bent gewaarschuwd', schrijft haar zuster. In een brief van haar vader, Hirsi Magan Isse, vervloekt hij zijn dochter, omdat zij van haar man is weggelopen en ongehoorzaam is. Hij wil geen contact meer met haar. 'Ga naar de hel en de duivel is met jou. Mag Allah je straffen voor je misleiding', besluit hij. 25/01/02 : I was arranged to be married to a distant cousin.It was the intention that I start a family with him. When I fled my father disowned me. After a while my father was was sorry and did everything he could to arrange a divorce.He found that I had to marry again because the prospect that I would die childless was unbearable for him.This summer the divorce was finalised, but the news paled naturally with the knowledge that I had been unfaithful to my husband for years. I have had several boyfriends and lived together with someone for five years.I did not tell my father , the Somalian community in Holland, they keep a close eye on me -and gave him the information.It does not look good for me. For committing adultery I deserve 100 lashes according to the Koran and can be stoned to death. talk about threats..." Apart for the religious context I have always been faithful.... I have noticed how difficult people find it to have a relationship with me. Marco, the boy with whom I lived together said I was onfathomable. 'You dont express yourself". "I never know where I stand with you". Its true.I find it too difficult to bind myself,but then I do.It usually goes wrong with a fight.I can get on very well with Marco now, so well that he has asked me why we dont start living together again. I cannot rage. I do not rage. I come out of a family where there was always noise and I want the opposite." -------------------------------------------------------------------------------------------- ,Ik werd uitgehuwelijkt aan een verre neef. Het was de bedoeling dat ik, met hem, in Canada een gezin ging stichten. Toen ik vluchtte, heeft mijn vader mij verstoten. Na verloop van tijd kreeg mijn vader spijt van zijn beslissing en heeft hij alles op alles gezet om voor mij een scheiding te regelen. Hij vond dat ik opnieuw moest trouwen omdat het vooruitzicht dat ik kinderloos zou sterven voor hem onverdraaglijk was. Deze zomer is die echtscheiding rondgekomen, maar het goede nieuws verbleekt natuurlijk bij de wetenschap dat ik al die jaren mijn man niet trouw ben geweest. Ik heb verschillende vriendjes gehad en vijf jaar met iemand samengewoond. Ik heb het mijn vader niet verteld, maar de Somalische gemeenschap in Nederland - die mij nauwlettend in de gaten houdt - heeft die informatie zeker doorgespeeld. Het ziet er niet best voor mij uit: voor het plegen van ontucht verdien ik volgens de Koran honderd stokslagen en voor het plegen van overspel kan ik gestenigd worden. Over bedreigingen gesproken..." ,,Los van de religieuze context, ben ik altijd trouw geweest. Ik heb gemerkt dat mensen het moeilijk vinden om een relatie met mij aan te gaan. Marco, de jongen met wie ik heb samengewoond, zei altijd dat ik ongrijpbaar was. 'Je uit je niet,' zei hij, 'ik weet nooit waar ik aan toe ben met jou.' Het is waar: ik vind het moeilijk om mij te hechten, maar ik doe het wel. Het loopt eerder stuk op ruzie. Ik kan nu goed met Marco opschieten, zo goed zelfs dat hij zich afvraagt waarom we niet weer gaan samenwonen, maar ik weet hoe driftig hij kan worden en zoiets wil ik gewoon niet meer meemaken. Ik kan niet razen. Ik wil niet razen. Ik kom uit een gezin waarin het altijd herrie was. Ik wil het tegenovergestelde --------------------------------------------------------- Noodzaak om te liegen Necessity to lie Ayaan Hirsi Ali beschikt over brieven van haar Somalische familie die haar beweringen onderbouwen dat ze bij haar asielaanvraag in Nederland wel gedwongen was onjuiste informatie te geven. Ze was bang dat de man aan wie ze uitgehuwelijkt was, haar op het spoor kon komen. Haar vader had haar vervloekt en verstoten. Dit heeft ze eerder deze week gemeld aan de New York Times. Een verslaggever van de Amerikaanse krant kreeg inzage in twee brieven, één uit 1992 van haar zuster en één uit 1993 van haar vader. Haar zuster Haweya waarschuwt Hirsi Ali, die toen net gearriveerd was in een Nederlands asielzoekerskamp, dat haar man in Duitsland op zoek is naar haar. Haar vader coördineert de zoektocht van clanleden die ook gevraagd zijn naar Hirsi Ali uit te kijken. 'Je bent gewaarschuwd', schrijft haar zuster. In een brief van haar vader, Hirsi Magan Isse, vervloekt hij zijn dochter, omdat zij van haar man is weggelopen en ongehoorzaam is. Hij wil geen contact meer met haar. 'Ga naar de hel en de duivel is met jou. Mag Allah je straffen voor je misleiding', besluit hij. Minister Verdonk moet van de Tweede Kamer binnen zes weken uitsluitsel geven hoe Hirsi Ali haar Nederlanderschap kan behouden dan wel opnieuw kan krijgen. Vorige week maandag 15 mei concludeerde de minister dat Hirsi Ali geacht wordt nooit Nederlandse te zijn geweest, omdat ze bij haar naturalisatie gelogen had over haar naam en leeftijd. Hirsi Ali verdedigde zich vorige week door te verklaren dat ze een niet helemaal correcte naam en leeftijd had opgegeven – haar echte naam was Ayaan Hirsi Magan – uit angst dat de verre neef aan wie ze was uitgehuwelijkt en haar familie en clan haar zouden vinden. Hirsi denkt dat de brieven haar zullen ontlasten, omdat ze probeerde om veiligheidsredenen haar familie op een dwaalspoor te brengen. Het voormalige VVD-kamerlid heeft in voorgaande jaren meerdere malen gemeld onjuiste informatie te hebben gegeven over haar identiteit. Maar deze kwestie kwam in een stroomversnelling toen het tv-programma 'Zembla' enkele weken geleden de zaken op een rij zette. Minister Verdonk zal vooralsnog eerst alleen naar de juridische mogelijkheden kijken om Hirsi Ali te helpen. Ze wil nog niet ingaan op het verzoek van de Tweede Kamer om alle vergelijkbare gevallen, waarbij mensen hun Nederlanderschap niet kregen of kwijtraakten, te bekijken. De Tweede Kamer, maar ook minister Bot van buitenlandse zaken, vindt dat in gelijke gevallen mensen gelijk behandeld moeten worden. -------------------------- http://www.guardian.co.uk/g2/story/0,,1485350,00.html Danger woman She arrived in the Netherlands as an asylum seeker and became a fiery critic of both multiculturalism and her own religion, Islam. Then last November the director of a film she wrote about the subjugation of Muslim women was killed, sparking a crisis over the country's attitudes to immigration. In her first British interview since the murder, Ayaan Hirsi Ali talks to Alexander Linklater Tuesday May 17, 2005
Now dressed in the open-necked uniform of a glamorous European politician, Hirsi Ali is in much the same predicament as the British writer she once wished dead. She has recently emerged from a period of deep hiding, following the ritualised killing in November of her collaborator, the film director Theo van Gogh. But she still lives under a strict security regime. We sit by the window of a restaurant on the 23rd floor of a hotel in Amsterdam - after her expressionless bodyguards have checked the place out. She has chosen this spot because the last time she stayed in the hotel her minders wouldn't let her show herself in the dining room. She still marvels at the canal-checkered view below, an image of orderliness and freedom which she found amazing on first arriving at the borders of this country 13 years ago, and which is no longer available to her. Like Rushdie, Hirsi Ali has uttered offences against Islam, and has suffered the knowledge that a colleague was murdered as a consequence (the Japanese translator of The Satanic Verses, Hitoshi Igarashi, was stabbed to death in Tokyo in 1991). But unlike Rushdie, Hirsi Ali's blasphemies have not been couched in postmodern literary formulations; they have been intentional, literal and graphic. In 2002, while still working as a researcher for the then conventionally multiculturalist Dutch Labour party, she publicly described the Prophet as a pervert (for taking a child as one of his wives) and as a tyrant. She took over where the eccentric populist Pim Fortuyn had left off, arguing that Islam was a backward religion, that it subordinated women and stifled art. "With the first commandment, Mohammed tried to imprison common sense," she told the Dutch liberal daily, Trouw. "And with the second commandment the beautiful, romantic side of mankind was enslaved." The threats on her life began to accumulate, both via Islamic internet sites and from more personal sources around Europe. Hirsi Ali thinks the tipping point came when she told an interviewer on Dutch radio that while being a Muslim was part of her identity, she didn't believe in God - thus confirming herself as an apostate. By September 2002, she was living under guard. It was towards the end of last year, however, that she became the source of a national crisis in the Netherlands. An 11-minute film, written by Hirsi Ali and directed by Van Gogh, was broadcast on television. It featured the stories of four women pleading with God for release from domestic, social and marital bondage. What many Muslims found intolerable were the images of naked female bodies onto which had been painted verses from the Qur'an authorising the subordination of women. By using the literal meaning of Islam - Submission - as the title of the film, Hirsi Ali was really following an old-school feminist line that, for women, uncritical submission to an Abrahamic religion means submitting to men. "I feel, at least once a week, the strength of my husband's fist on my face," one character, Amina, cries in the film. "Oh, Allah most high, life with my husband is hard to bear, but I submit my will to you." On November 2, while cycling to work on a busy Amsterdam street, Theo van Gogh was shot eight times by a young, bearded man wearing a long jellaba. The portly film-maker staggered onwards and twice begged for mercy as his assailant approached. According to witnesses, van Gogh emitted the peculiarly Dutch plea, "Surely we can talk about this?" It was a dismal end for this ribald controversialist - well known in the Netherlands for his obscene broadsides against Muslims, Jews, Christians, liberals and conservatives alike. Most notoriously, Van Gogh had described Muslims as "goat-fuckers". Despite Hirsi Ali's pleas, however, he had refused to seek protection after Submission was screened, telling her: "I'm just the village idiot, they won't touch me; but you need to be careful, you're the unfaithful woman." In fact they were equal targets. The assassin drew two butcher's knives, slitting Van Gogh's throat to the spine with one and, with the other, pinning a letter to his chest. "Ayaan Hirsi Ali, you will break yourself to pieces on Islam," the letter, written in Dutch, declared amid a garbled discourse about a Jewish conspiracy in Holland. "You, oh America, will go down," it climaxed. "You, oh Europe, will go down ... You, oh Netherlands, will go down ... You, oh Hirsi Ali, will go down." In the aftermath of the murder, the already fraught issues of Dutch multiculturalism, and of community relations with the country's 900,000-strong Muslim population, became incendiary. Twelve mosques were attacked, and an Islamic primary school was twice set alight. Back in 2002, the murder of Pim Fortuyn had occasioned outrage, and a blunt reappraisal of immigration policy in the Netherlands. With Van Gogh's killing, however, the arguments went deeper, tearing into the central tenets of Dutch national identity. Mohammed Bouyeri, the man arrested for his killing, had been in many respects a model of integration: he was of Moroccan descent, but Dutch-born and Dutch-educated, and this cast him in the role of the enemy within. The popular leftwing historian Geert Mak views the response as a gross overreaction to a one-off event. Unlike the dignified response of Spaniards to the Madrid bombings, he says, "we have only one murder, and everybody goes crazy". It is possible that, as Mak puts it, Holland is "a small, provincial country," unable to bear the realities of globalisation, which has used a nasty murder as an excuse to conflate issues of Islam, immigration and security. But the country's problems are far from imaginary. Van Gogh and Hirsi Ali are not the only public figures to have been targeted with death threats. Amsterdam's Jewish mayor, Job Cohen - despite meticulous bridge-building with Muslim communities - also requires bodyguards; as does his Moroccan-born deputy, Ahmed Aboutaleb. Similarly singled out by Dutch Islamist radicals are the anti-immigrant politician Geert Wilders, and the Dutch-Moroccan artist Rachid Ben Ali, whose work satirises the violence of extremists. In many ways, the Netherlands is a crucible case within Europe, because the issues surrounding immigration are so stark. For example, the economic argument deployed by both leftwing multiculturalists and free-market conservatives - that immigration revives aging populations, provides new labour resources, and generates entrepreneurial activity - simply does not apply in the Netherlands. There has been no overall economic benefit to population change since unskilled guest workers were invited to the Netherlands in the early 1970s. According to Paul Scheffer, a leading critic of multiculturalism and professor of urban sociology at Amsterdam university, up to 60% of first-generation Turkish and Moroccan populations are unemployed. "It's a huge failure," he says, "everyone can see that." Within a generation, the Netherlands has swung from blithe open-door immigration to anxious protectionism. During the 1990s, there was quite literary no immigration policy in the country, and a laissez-faire, multicultural orthodoxy reigned. Numbers of asylum seekers escalated annually from 3,500 in 1985 to over 43,000 in 2000 - pro rata among the highest in the EU. By 2001, 46% of the population of Amsterdam consisted of first- or second-generation immigrants. It is in the Netherlands that European multiculturalism, with its tendency to produce segregation, most dramatically flourished and died. It is important to be cautious of the Dutch figures. In the Netherlands, an immigrant is classified as anyone with one or more parents born abroad. But within a generation, the shift in population has by any calculation been large, rapid and difficult to handle. Perhaps the most remarkable sign of the acceleration of change is that two thirds of schoolchildren in Amsterdam now come from immigrant backgrounds. Add to this the fact that nearly 1 million of the Netherlands' 1.7 million immigrants are Muslim and it is not hard to see how issues of Islam and migration have become entangled. Which is why Hirsi Ali's full-frontal attacks on Islam generate such acute discomfort. The Netherlands, with an overall population of 16 million, has among the highest concentrations of Muslim inhabitants in the EU. Hirsi Ali argues that there is less a problem with migration in general, than with its Muslim component in particular, and that she should know, because she is herself a Muslim migrant. Hopes for a moderate Islam are only meaningful, she argues, if it is possible to chip away the theological brickwork - constructed, she believes, on a foundation of female oppression - which permeates the structure of the religion. But Islam, she says, is unable to endure criticism or change, and is essentially at odds with European values. With up to 20 million Muslims living in the EU, the journey she has taken in the past 16 years from Africa to Europe, from asylum seeker to politician, and from devotion to apostasy, has come to appear central to the story of the crisis of multiculturalism on the continent. This month, Time magazine selected her as one of the 100 most influential people in the world - an odd but remarkable acknowledgement for a 35-year-old Somali who four years ago was unknown, even in the Netherlands. An interesting indication of the extent to which Hirsi Ali needles people are the lurid epithets and insults she draws from across the political spectrum. While internet extremists lent her a quasi-legendary status as the "Wicked Infidel Mortadda," even a figure from the Dutch liberal left such as Geert Mak will reach for phrases such as "Somali princess" and "Joan of Arc" to explain her unsettling charisma. From a free-market perspective, the Economist rather oddly defines her as a cultural ideologue of the new right. Other commentators have dismissed her as a politician of rage, a self-hating orientalist, a liberal jihadist, and an enlightenment fundamentalist. While the name-calling tends to reveal more about Hirsi Ali's critics than it does about her, there is a more subtly personal line of attack that genuinely galls her. This is the idea that what she thinks and says is somehow born of the scars of a traumatised background. "Why are journalists obsessed with personal history?" she asks in her quiet, Africa-lilted English (one of six languages she speaks, including Somali, Arabic, Amharic, Swahili and Dutch). "From my background, being an individual is not something you take for granted. Here it is all you, me, I. There it is we, we, we. I come from a world where the word 'trauma' doesn't exist, because we are too poor. I didn't have an easy life compared to the average European. But compared to the average African, it wasn't all that bad. I know that to some people I am traumatised, that there is something wrong with me. But that just allows them not to hear what I say." The first biographical detail that those who have painted Hirsi Ali as a trauma victim point to is her extremely premature birth, shortly after the Somali government had been overthrown by Siad Barre. Her father had been jailed, and the family believed that the shock of this brought on the birth. Hirsi Ali was expected to die. "But I didn't die," she smiles. "I kept on living and crying. I got sick, and started crying, and I got sick again, and I started crying again - that's the story my mother told me. I remember bits and pieces of Somalia, with the memory of a child. I remember going to school and singing, and then my mother saying, 'When you go to school today, don't sing, because the songs that you sing are praise-songs for the man who locked up your father.' " She remembers Siad Barre's soldiers coming to the door one day and the tiny figure of her grandmother, knife in hand, standing up to the men and being tossed to the ground like a doll, in startling contravention of traditions of respect for older women as the men ransacked hidden supplies of food smuggled in by her mother. "And that's what I associate with Somalia," Hirsi Ali says, "the picture of strong women: the one who smuggles in the food, and the one who stands there with a knife against the army and says, 'You cannot come into the house.' And I became like that. And my parents and my grandmother don't appreciate that now - because of what I've said about the Qur'an. I have become them, just in a different way." From the age of six or seven, Ayaan Hirsi's life became that of an exile, her family moving from Saudi Arabia to Ethiopia and then, for 10 years, to Kenya. Cod-psychoanalysis might find other patterns of trauma in this journey, such as the time she received a beating from an imam for refusing to recite the Qur'an. But the problem for such an interpretation of Hirsi Ali is that a proper definition of trauma requires either blocking or repetition of memory, and the only people doing that have been her interviewers. Hirsi Ali corrects this oft-reported story, and turns it inside out. "He wasn't an imam," she says, "he was a mallim, a teacher, and I was a difficult girl. He caught me by the braids in my hair and began tossing my head against a wall, and then I heard a 'crack,' and he must have heard it as well, because he immediately stopped, gave me a warning, and went away. He was probably the one who was traumatised, because after that nobody wanted him back." Yet the one dark subject that Hirsi Ali's critics are really hinting at when they describe her "trauma" is the issue that she has now made a matter of policy in the Netherlands, which is to say, female circumcision. It is the issue that most offends Hirsi Ali's Muslim opponents; not because she has spoken out against the practice - plenty of Muslims have done that before - but because her critics insist that she has described it either as a universal feature of Muslim life, or one that is explicitly sanctioned by the Qur'an. Neither is the case. Rather, Hirsi Ali views it as a product of specific tribal practice combined with a broader cult of virginity, which is indeed upheld by the Qur'an (as it is by the Old Testament). It is a subject that, again, forces her back to her Somali childhood, if only to dispel cliches. "From experience, I would say it is mostly women trying to protect other women from pain," she explains. "Not physical pain, but the pain of people being suspicious that you are not a virgin. That is more traumatic, perhaps, than the physical pain. In tribal life, the only way a male, particularly high up in the clan, can give his name to someone else is if he knows for certain that it is his child. And the weak link is the woman. The one way to guarantee that a woman is not going to have other people's babies is if she remains a virgin. In Arab countries, which segregate men and women, they do it by keeping women in the house. But we were from a semi-desert area, where if, like my grandfather, you have nine daughters, you need the labour of women outside. So you cut off the clitoris of the woman, sew together what is left, and you know that she will not be seduced. It is a matter of control." In Hirsi Ali's case, her father had instructed her mother not to circumcise their daughters because, having studied in America, he had decided to reject the whole clan principle. But when her grandmother heard about this she was appalled and it was organised while her mother was away, when Hirsi Ali was about five. "As a child it is something you are proud of," Hirsi Ali says. "I remember the celebrations. I remember the goodies and the gifts. And I remember being caught by these two women - one of them my grandmother. But they couldn't find a woman to do it. They found a man, and fortunately for those girls circumcised by men, it's much milder. So I wasn't circumcised in the way that I should have been." Despite his opposition to female circumcision, Hirsi Ali's father, on his return from the US, contracted his daughter to marry a cousin living in Canada. "My father had been away for 11 years," Hirsi Ali laughs. "Who did he think he was, marrying me off? But because I also love and admire my father, I spoke to the man he wanted me to marry, and I asked him what kind of life we were going to have together. And he said, 'Well, you're going to have six sons for me.' And I told my father I didn't want this, and he said he couldn't go back on his word." When Hirsi Ali refused to attend, they carried out the ceremony without her. "Clan members came together, papers were signed, and I was married." That, very nearly, was Hirsi Ali's life settled. The only problem was how to get her into Canada, and the solution was to go via a cousin in Germany, who could organise the papers. Hirsi Ali spent two nights in Germany and then, on a whim, bolted. She took a train to the Netherlands, and walked out on her husband, her family and her culture. "I thought, if I don't try it now, I'll never know. I thought, if they discover me in Holland, and take me to Canada, then I'll live peacefully with my husband. But I had to try. And, I must admit, it was easy. You just had to take the train anywhere. And I asked for asylum under another name - my name is Ayaan Hirsi Magan, and I told them that my name is Ayaan Hirsi Ali." Hirsi Ali describes the process of her own immigration into the Netherlands when we next meet, this time in the Hague, where she is a member of parliament for the VVD liberal party, one of the three-party coalition currently in power. In 1992 - having deleted the story of her life in Saudi Arabia, Ethiopia and Kenya; and having gained entry as a single Somali woman fleeing danger - she was sent to an asylum seekers' centre in Leintern, in the municipality of Ede, which a decade later would become famous in the Netherlands as the place where the kids cheered the 9/11 attacks. At that time things were made comparatively easy for asylum seekers. She was designated as an A-status refugee, which allowed her to stay indefinitely (this designation is almost impossible to get now). She stayed in her centre for 11 months, doing cleaning jobs and helping other Somalis with their own procedures, translating for women who had been rejected by their families after losing their honour (virginity), translating for social services, and interviewing battered wives. She was not allowed a paid job, but housing and food were taken care of by the government, and when she left in 1993 to do a secretarial course, she was receiving 20-30 gilders a week from the state, as "pocket money". It is hard to gauge what Hirsi Ali's flight really cost her. Her father has since forgiven her, and told her that she is officially divorced (he still hopes that she will return to the Muslim fold), though at the time he wrote what she describes as "an extremely cruel letter," declaring that he would never have anything to do with her again. By contrast, the main difficulties Hirsi Ali encountered with the immigration system, were just dreary bureaucracy and the ponderous well-meaning labour officers who kept directing her to work she didn't want. The idea that she might go to university was dismissed so she called up a social academy herself, was allowed to enrol, gained a diploma and, in 1995, got a place at Leiden University to study political science. The choice of subject speaks for itself, she says. "I wanted to understand why all we asylum seekers were coming here, and why everything worked in this country, and why you could walk undisturbed through the streets at night, and why there was no corruption, and why on the other side of the world there was so much corruption and so much conflict." At university, Hirsi Ali's world-view was turned upside down. "It was like being in paradise," she says. "Imagine. Everybody is reasonable. Everybody is tolerant. Everybody is happy. Your biggest worries are, 'Will I get my points?' and 'Do I have a boyfriend?' and 'Did I party well last night?' And then you have vacations." Suddenly, she found herself able to earn money and travel freely. She went to China, wandered Europe, and returned to Africa. And her Muslim observances slowly fell away. She took off her headscarf, began eating during Ramadan, found herself a boyfriend and began to avoid other Muslims who reminded her of her fall. One day, some students declared they were going to take her drinking. "And I said, 'I can't; it's forbidden by God; I'll go to hell.' And they said, 'Wooah, that's cool!' And my first drink was a martini. After one glass, I was completely drunk." Hirsi Ali's frolic in the pastures of Dutch liberal education was not to last long, however. In 2000 she read an article by the well-known leftwing writer Paul Scheffer, entitled The Multicultural Drama, which was to mark the beginning of a convulsion in the Dutch immigration debate. Scheffer's argument was that unemployment among immigrant communities was bringing the Netherlands' welfare system to a point of crisis, and that the country's failure to integrate large numbers of new citizens was turning cultural diversity into a social problem. At the time, it was widely dismissed as racist scaremongering by the political classes of the then ruling Labour party. Hirsi Ali herself remembers reading Scheffer and thinking, "He doesn't live in the same country that I live in. He's exaggerating. And the unemployment statistics - living in Leiden, I couldn't see them." But shortly after leaving university, Hirsi Ali found herself researching precisely this issue for the Labour party. Working for a leftwing thinktank, she says, was a bit like an extension of student life, with everyone agreeing with each other. But the Labour party itself was increasingly divided over immigration, and the rising popularity of Pim Fortuyn was stripping away the party's support. "There were those who said we have to keep the welfare state intact, and we don't want newcomers taking the jobs of old labour members," Hirsi Ali recalls. "And there was the other side which said, no, we must accept other cultures." Unsurprisingly, the policy unit assigned its bright new Somali researcher to an immigration brief. No one expected her to come back with proposals for a reversal of 100 years of Dutch history. What Hirsi Ali found herself confronting was the central feature of social organisation in the Netherlands, known as "pillarisation". It is a principle that dates back to the 17th century when Amsterdam was Europe's busiest mercantile centre and when common sense dictated that, if business were to thrive, religious differences had to be set aside and antagonistic groups kept physically separate. Article 23 of the Dutch constitution, which established rights for the setting up of separate schools and institutions, is itself a central pillar of the Dutch system, and, in the 1960s, was conveniently reinterpreted as the standard of a new multicultural orthodoxy - officially expressed as "integration with maintenance of one's own identity". It was in this respect that Dutch society found itself in seeming harmony with the new Muslim populations who began to arrive from the 1970s - partly from the former colony of Surinam, but mostly from Morocco and Turkey. Muslims wanted their own schools and mosques, and the Dutch government happily provided for and funded them. Just as there had been Catholic, Protestant and secular "pillars" in the Netherlands, there could now be a Muslim one too. Hirsi Ali's recommendations to the Labour policy unit were blunt and radical: close all 41 Islamic schools, put a break on immigration and change article 23. Jaws hit the table. The reaction she got indicated how badly she had started trampling on taboos. Job Cohen, who would emerge as one of the key bridge-builders in Dutch-Muslim relations, suggested that Hirsi Ali focus on integration. Influenced by the events of September 11, however, she began to publish articles arguing that Islam was not capable of integrating into a society that was itself not very good at integration. Furthermore, she concluded, if you looked into the condition of women in Muslim communities you found an intractable problem, one which liberals and multiculturalists refused to address. "I called it the paradox of the left," she says. "On the one hand they support ideals of equality and emancipation, but in this case they do nothing about it; they even facilitate the oppression." The petite researcher who had been sent off to look into immigration had turned into a mighty handful, even before she started attracting death threats. In 2002 she accepted an invitation to stand as a member of parliament for the opposition VVD party and - disillusioned with the Dutch left - accepted. After the death of Fortuyn, Labour suffered a historic defeat at the polls. Hirsi Ali found herself in government, under guard and in the middle of a dispute about Islam and democracy which continues to rattle through Europe. While it may appear easy to dismiss Hirsi Ali as the migrant who has reacted against her "traumatic" background and become a reactionary as a result, it is only possible to do so without actually listening to her. This is what she says: "You have to understand why people move, the type of people that move, how they do it, the expectations involved. It is about being in a small place somewhere in the world and thinking 'I want out'. It's about coming here and ending up in a kitchen, and being exploited, and having the choice of going back, but deciding to stay. And then you have to discover why these people want to say. And what you discover does not make you a chauvinist pig. If you understand that, you can really understand what globalisation is about, and adapt and modify migration laws. "I am not against migration. It is simply pragmatic to restrict migration, while at the same time encouraging integration and fighting discrimination. I support the idea of the free movement of goods, people, money and jobs in Europe. But that will only work if universal human rights are also adopted by the newcomers. And if they are not, then you run of the risk of losing what you have here, and what other people want when they come here, which is freedom." And yet, for all that, Hirsi Ali has become associated with the politics of migration generally, what really interests her is Islam - specifically, the conflict between "universal" human rights and the theological rigidities of traditional religion. There are others in the Netherlands who support some of her broad aims, but reject her tactics. Haci Karacaer, the widely respected leader of the Dutch-Turkish Milli Görüs organisation, agrees with her that "pillarisation" in the Muslim community needs to be broken up, just as it does in the Netherlands as a whole. He sympathises with her advocacy of women's rights. And he agrees with her also that fundamentalism is not being tackled properly from within. "The average Muslim, the moderate Muslim, doesn't speak," Karacaer says. "So you can't see the diversity in Islamic society in Europe. In Britain and France, it's better. There, Islamic society is much more differentiated." It is when Hirsi Ali universalises her attacks on Islam, Karacaer says, that she alienates those she should be winning over. "Her style has unnecessarily polarised a lot of things." So is Hirsi Ali tarring all Muslim cultures with one definition of the meaning of Islam? "People who ask me that question assume that geography is more important for Muslims than what is contained in the holy Qur'an. Of course the circumstances in which people live in Turkey are different from those in Morocco or Somalia. But when it comes to the relationship between men and women, in all these countries there is a red line of the woman being subordinate to the male. And most Muslim men justify this subordinacy with the Qur'an. There are so many meanings Europeans miss. We Muslims are brought up with the idea that there is just one relationship possible with God - submission. That's Islam: submission to the will of Allah. I want to bring about a different relationship, in which you say, 'Dear God, I would like to have a conversation with You.' Instead of submission, you get a relationship of dialogue. Let's just assume it's possible." The idea of dialogue with God, of challenging God, is a leitmotif threading its way through Hirsi Ali's declarations. And it may be this theme - the one that Protestantism, particularly in its Calvinist and Presbyterian manifestations, unleashed on Christianity - that drives her. What she is really talking about is reformation, but of a religion that has no church, no Caliphate. Hirsi Ali is an activist, for sure, but her targets are not so much political as theological. And what she wants to do now is to produce a follow-up to Submission - this time, the story of the men. She has just won a court case, brought by a group of Muslims aiming to prevent her going ahead with the project. The final hearing was a classically Dutch scene of strenuous consensus-building, in which the Muslims had done the proper civic thing by bringing their complaint to the courts, and where the judge rejected their attempt to inhibit artistic expression, but only after he had warned Hirsi Ali that she was pushing - albeit not crossing - the "boundaries of what is tolerable." It is painfully moving to think of this smart, quiet Somali woman, who looks so small walking away between her bodyguards, believing herself to be dangerous. But she is. Anyone who wants to work with her will have to calculate the risk. "I don't want somebody else to be murdered," she says. "But if I stop doing what I'm doing, it will be like another murder. That's the real trauma, perhaps, the thought of going through what happened to Theo van Gogh again. We told each other we would make part two, and the thing that keeps me going is the thought, 'I have to do it, I have to do it, I have to do it.'" |