This item is available on the Militant Islam Monitor website, at http://www.militantislammonitor.org/article/id/2842

Dutch Islam expert: "Moderate Muslims too strive after Islamic society in NL -make use of radicals to enforce their wishes"

April 27, 2007

AMSTERDAM, 24/03/07 - Dutch politicians and media are downplaying excesses of multicultural society and thereby increasing these, in the view of Islam expert Hans Janssen. "The Netherlands should resist, using non-peaceful means", he argues in weekly magazine Opinio.

Jansen, Professor of Modern Islamic Ideology at Utrecht University, characterizes the Dutch as inhabitants of "a peaceful enclave" who have, however, "forgotten that peace sometimes needs to be defended through violence". A peaceful society that wishes to remain existent and stay peaceful "will have to find a way to defend itself through non-peaceful means from people who are not peaceful", as the Arabist writes. "It will be hard to explaining this convincingly to all those respectable and friendly people in the (Christian coalition parties) CDA and ChristenUnie. And to the rest."

As Jansen sees it, the Netherlands is too indulgent to violence of fundamentalist Muslims. But he also suggests that moderate Muslims, too, strive after an Islamic society in the Netherlands. They intentionally make use of the radicals to enforce their wishes, according to the Arabist.

According to Jansen, Muslim fundamentalists frequently make threats, but the Dutch media remain silent about them. He is pleading for a central reporting station for all Dutch people who are being threatened.

Jansen denounces the fact that the Nieuwe Kerk, a museum in Amsterdam, allowed the Turkish government to remove passages on the Armenian genocide from the catalogue of an exhibition about Istanbul. "Even without the threat of violence, the public gets to see an exhibition opened by the Queen that has been censored by Turkey".

The Netherlands chooses not to make an issue of these sorts of matters, as Jansen states. "This attitude is gradually becoming counterproductive. What is thought, written, exhibited or performed in the Netherlands is to a large extent no longer made in freedom, without this being perceptible. It is not the lie but the obscure threat that reigns".

"We do not realise that the threat of violence, and violence itself, can only be stopped through the controlled and cunning use of violence". The Dutch secret service (AIVD) should get a special department "that gets its hands dirty, if need be".

Jansen is an authority on the Arabic language and the Koran. Theo van Gogh, who was murdered by a Muslim terrorist in 2004, employed him as his tutor on Islam.

http://www.nisnews.nl/public/240307-2htm

---------------------------------------------------

Wednesday, March 28, 2007

Netherlands: Muslims upset at Jansen


http://islamineurope.blogspot.com/2007/03/netherlands-muslims-upset-at-jansen.html


Muslims reacted indignantly to the call by Arabist Hans Jansen to create a separate section within the intelligence service AIVD that would keep watch over Muslim radicals. "Hans Jansen demonizes Muslims and calls to murder" says for example Abdullah as-Siddiq of the Islamic website Expliciet. He mailed that yesterday to all media. Hans Jansen asked last week for a secret service with the secret service. He thinks that the AIVD must function under strict democratic control. "It's not up to me to work out how that should be done exactly. That must be done by jurists and people of the intelligence services."

What is certain, according to Jansen, is that in the Netherlands more people are threatened by radical Muslims than is generally believed. "I know a handful of names of politicians, writers and artists who had to deal with threats and who have nothing to do with Wilders. But I'm not naming them." Those threatened and the media keep silent, on the one hand because it will give radicals ideas, and on the other out of fear: voluntary self-censorship. Jansen calls it creeping "self-Islamization". He published his cry in the recent edition of Opinio.

He asks for three measure: there must be a central reporting point for religious death threats, threatening politicians and opinion makers must be punished more severely and there must be a secret, physically operations section within the AIVD, an organization that now "may only analyze, observe and write polite treaties." Jansen wants disciplined rogues that "will do the dirty work without us knowing it."

Jansen completed recently his two-part book in which he discusses the tradition around Mohamed. He says that space for mockery of the Prophet and mentioning unpleasant sides of his person was cast away through the ages, by the Islamic tradition, but also by Western researchers.

The last decade there has been a turn around, but true historical research is difficult - Mohamed archeology is not permitted by the Arabic regimes - and is dangerous: irony about Mohamed or putting him in perspective draws the attention of fundamentalist imams and related Muslim radicals.

Source: ND.nl (Dutch)

See also: Netherlands: Tolerating Muslims excesses, Netherlands: Comedian should be killed

---------------------------------------------------------------------

MIM: Below the original article by Hans Jansen in Opinio.

His website which also contains articles in english can be found here.

http://arabistjansen.nl/

He explores the issue of Dutch tolerance with the article "What went wrong in the Netherlands?"

http://www.opinio.nu/node/178

Het is niet de leugen die regeert

door Hans Jansen
Het is niet de leugen die regeert maar de duistere dreiging

Hans Jansen (Amsterdam, 1942) is arabist en hoogleraar in Utrecht. Onlangs verscheen bij De Arbeiderspers zijn boek De historische Mohammed: de verhalen uit Medina.

Bij een tentoonstelling over Istanboel worden catalogusteksten preventief geschrapt om Turkije niet voor het hoofd te stoten. Zegslieden van de As-Soenna-moskee vinden dat uitingen die moslims liever niet zien of horen, bestraft moeten worden met slaag en – als dat niet helpt – met de dood. We kiezen er in Nederland voor om ons niet te veel op te winden over bedreigingen, omdat dat de zaak maar op de spits zou drijven. Maar langzamerhand werkt deze houding contraproductief. We zijn collectief vergeten dat een vreedzame staat ook een aantal gedisciplineerde rotzakken nodig heeft, die zo nodig in het verborgene vuile handen maken bij het vechten voor vrede en vrijheid.

De mediastilte die er in Nederland rond bedreigingen hangt, is in principe een goede gewoonte. Bedreigen is immers wel heel gemakkelijk, en ook nog gratis. Iedereen die een computer, een broodmes, een telefoon of een doosje waspoeder in huis heeft, kan zonder veel kosten of risico aan het bedreigen slaan.
Slecht voorbeeld doet slecht volgen: het is bekend dat berichten over bedreigingen steevast tot nog meer bedreigingen leiden. Laat de bedreiger ook nog even naar Theo van Gogh verwijzen, en succes is verzekerd. De bedreigde slaapt net iets minder goed, en de dreiger geniet van zijn macht.
De mediastilte rond bedreigingen heeft ook een groot aantal nadelen. Die doen zich vooral voelen in het privéleven van de bedreigde. Deze denkt nu vaak dat hij een van de heel weinigen is die bedreigd worden, misschien zelfs wel de enige. Hoe je het ook wendt of keert, bedreigd worden leidt tot psychische spanningen en twijfel over de vraag of de bedreiging niet ook een beetje ‘de eigen schuld' is. Anderen worden toch ook niet bedreigd?

Bij buitenstaanders treedt een ander mechanisme in werking, dat een nogal onaangenaam effect heeft. Een normaal mens kan zich nauwelijks voorstellen dat ‘iemand die niks gedaan heeft' met de dood wordt bedreigd. Wie bedreigd wordt, vervreemdt dan ook van zijn vrienden en familie. Eén bedreigde riep laatst getergd over de radio dat zelfs zijn moeder denkt dat hij wel iets zal hebben uitgehaald waaraan hij de bedreigingen dankt.
Wie al dan niet bij toeval hoort over bedreigingen aan het adres van iemand die hij nauwelijks kent, gaat er zonder nadenken van uit dat er ergens een misstap is begaan die de bedreiging verklaart of misschien zelfs wel rechtvaardigt. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn. Ook denken veel landgenoten tot op de huidige dag dat het bij het bedreigen maar om enkelingen gaat, om individuele gevallen, om uitzonderingen. ‘Net als Theo van Gogh,' wordt er al snel geconcludeerd, zal de bedreigde het er bovendien ‘zelf wel naar gemaakt hebben.'
Zo langzamerhand begin ik de indruk te krijgen dat we met de politiek van zwijgzaamheid over bedreigingen op de verkeerde weg zijn. Het aantal inwoners van Nederland dat vanuit het duister bedreigd wordt, is simpelweg te groot geworden. Wat er in Nederland gedacht, geschreven, tentoongesteld of opgevoerd wordt, komt voor een groot deel zonder dat dit zichtbaar wordt niet meer in vrijheid tot stand. Het is niet de leugen die regeert, maar de duistere dreiging.
Marokkaanse schrijfsters, columnisten, tv-persoonlijkheden, politici van allerlei allure en rang, uitgevers, journalisten, hele redacties (niet alleen van kranten maar ook van uitgeverijen), cabaretiers, moslimse meisjesstudenten, vertalers, ghostwriters, docenten aan hbo en universiteit, boekwinkels – en meer – staan op de lijst van lieden die bedreigd zijn en worden.

Naast de duistere dreiging blijkt op de meest onverwachte momenten ook hoe effectief het uitoefenen van een beetje druk al kan zijn. Dat kwam via een omweg naar buiten bij de tentoonstelling over Istanboel in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. De artikelen van de catalogus werden nog vóór publicatie ter inzage aangeboden aan het Turkse ministerie van Cultuur en Toerisme. Volgens de woordvoerder van de Nieuwe Kerk, Frans van der Avert, is dat zelfs ‘een normale gang van zaken'. Dit ministerie maakte bezwaar tegen passages over fenomenen die in Turkije ontkend worden, zoals homoseks in badhuizen – volgens Bas Heijne in het NRC Handelsblad is dit ontkennen net zoiets als ontkennen dat er gegokt wordt in Las Vegas. Uiteindelijk werden vier artikelen geheel geschrapt, omdat de auteurs weigerden akkoord te gaan met de geëiste wijzigingen. Naast de passages over homoseksualiteit onder de Osmanen sneuvelden ook het artikel over de genocide op Armeniërs, passages over het feit dat in Istanboel ook Koerden woonden, en passages over de stichting van de stad door de Grieken (terwijl zelfs de naam Istanboel van Griekse herkomst is, eis ten polin, ‘naar de stad'). De tekst van de catalogus is dus ingrijpend aangepast, en in de tentoonstelling was bijna niets te zien over de Grieken, joden en Armeniërs die hele wijken van Istanboel bewoonden.
Waarom ging de Nieuwe Kerk akkoord met de wijzigingen en met het schofferen van de academici die de artikelen geschreven hadden? De organisatoren vreesden dat Turkije zijn medewerking zou opzeggen en de beloofde voorwerpen niet in bruikleen zou geven. Zelfs zonder dat er sprake was van dreiging met geweld krijgt het publiek een door de koningin geopende tentoonstelling te zien die door Turkije gecensureerd is. Dat belooft wat voor het Nieuwe Europa met Turkije als zo'n beetje het grootste en meest volkrijke land.
Typerend is ook dat de medewerkers van de Nieuwe Kerk niet zelf aandacht vroegen voor deze inbreuk op hun onafhankelijkheid, maar dat de kwestie pas door toedoen van het tijdschrift ZemZem in de media is verschenen. In een interview in de Volkskrant van 26 februari zei Nieuwe Kerk-directeur Ernst Veen over dergelijke intimidaties: "Nu wordt gedaan alsof wij de enigen zijn, maar dat is zeker niet zo. Collega's hoor ik er vaker over." Wij zouden het ook graag horen.

Toch kan het in moreel opzicht altijd nog erger. De deelnemers aan ‘De Avond van het Boek', een literaire quiz van de NPS en het NRC Handelsblad, werd beleefd en vriendelijk verzocht geen woord te wijden aan de bedreigingen waarvan de schrijfster Naima El Bazaz de laatste tijd het slachtoffer is. Als Elsbeth Etty dat niet in het NRC van 13 maart gerapporteerd had, zou niemand van dat immorele verzoek geweten hebben.
‘De Avond van het Boek' is gewoon doorgegaan. De tv-kijkers hebben, weer zonder dat te beseffen, op een publieke zender een gecensureerd programma bekeken. De deelnemende schrijvers en andere helden van het vrije woord hebben zich door terreur laten kortwieken. Eigenlijk had het hele programma natuurlijk moeten worden afgelast, en het Boekenbal niet door moeten gaan uit protest. Maar ja, de hapjes en de versieringen stonden al klaar. Literair Nederland heeft de kans van een maart-staking voorbij laten gaan.
En wees eerlijk: eigenlijk kan iedereen weten hoe erg het is en hoe ver het al is gekomen. Een aantal heren bij de As-Soenna-moskee in Amsterdam heeft het ook rustig uitgelegd op een filmpje dat op internet is terug te vinden, op de website www.ewoutenetienne.nl. Kijk, zeggen ze, er zijn dingen die wij moslims liever niet horen of zien. Iemand die zulke dingen toch zegt of vertoont, moet ‘gewaarschuwd' en daarna ‘geslagen' worden. Als hij volhardt, moet hij ‘ten slotte gedood worden'. Wie denkt er bij zulke woorden niet aan Theo van Gogh?
Het gebroken Nederlands van de sprekers draagt niet weinig bij aan het angstaanjagende karakter van het betoog. Een van de heren was overigens lid van het contactorgaan Moslims en Overheid, en hij stelde zich ook als zodanig voor. De verbaasde interviewer van het universiteitsblad Folia vroeg hem vervolgens voorzichtig of de aanwezige heren het zelf ook als hun taak zagen te waarschuwen, een pak slaag uit te delen of iemand te doden.
Er ging nog wat extra suiker in de thee, er werd zorgvuldig omgeroerd en het glimlachend gegeven antwoord luidde dat ‘we daar de radicalen voor hebben'. Dat is weer eens een heel nieuwe benadering van het probleem van het islamitisch radicalisme. Het is een benadering die nogal verschilt van de gesuikerde prietpraat over de islam van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, die waarschijnlijk voor haar diepgravende studies nog nooit enige vraag in enige moskee gesteld heeft.
Wat vooral zo griezelig is, is dat we hier liever over zwijgen, en laat please de krant er ook maar niet te veel over schrijven. Doe alsof alles nog bij het oude is, als was Nederland nog Het Dorp van Wim Sonneveld.

Maar nu iets heel anders. Laten we ondanks de druk die er wordt uitgeoefend eens proberen nuchter te blijven en aan het rekenen slaan. Hoe veel moordenaars als Mohammed B. heb je nodig om al die bedreigingen van de laatste tijd kracht bij te zetten? Wordt er zo langzamerhand niet zó veel gedreigd dat er per bedreigde eigenlijk niet genoeg reële dreiging voorhanden is? Is het risico om het slachtoffer van een moordaanslag à la Theo van Gogh te worden zo langzamerhand niet even groot als door de bliksem getroffen te worden? Is angst en gedragsaanpassing wel nodig?
Goede kritische vragen, maar jammer genoeg weten we de antwoorden niet. Het is immers het beleid van ‘onze' media om bedreigingen zo veel mogelijk te verzwijgen, omdat dat navolging door andere bedreigers voorkomt. Dat is natuurlijk mooi, maar tegelijkertijd maakt het bij de individuele bedreigde en zijn onmiddellijke omgeving de angst vanwege bedreigingen groter dan nodig is.
We moeten dus op zijn minst naar een centraal meldpunt voor bedreigingen van welke aard ook, zeker voor religieuze bedreigingen en doodsbedreigingen (al weet ik nu al dat de meeste bedreigden zich niet zullen willen melden). Dat meldpunt moet regelmatig openbaar maken hoe veel bedreigden er in Nederland rondlopen, zodat elke bedreigde zelf een beetje kan uitrekenen hoeveel concurrentie hij als doelwit heeft van de andere bedreigden. Ook zal de partner van wie bedreigd wordt, de zaak wat laconieker opvatten wanneer hij/zij weet dat er honderden bedreigden méér zijn dan alleen de eigen geliefde en huisgenoot. Hoe veel mooie relaties zijn er de laatste jaren gestrand omdat de partner niet tegen de bedreigingen van zijn/haar geliefde bestand was?

Bedreigd worden was tot voor kort het voorrecht van koninklijke families en regenten. Het hoorde een beetje bij het baantje, en er was als vanouds gestaald personeel bij de hand om de bedreigden tegen die bedreigingen te beschermen. Lastig allemaal, maar het wordt door de leden van de families die het betreft van kindsbeen af met opgeheven hoofd en vorstelijk gedragen.
Politici scoren wat dit betreft wat minder goed. Ook politici, hoe zwaar dat ook is, moeten zich meer en meer aanpassen aan de gewelddadigheid die links en rechts gewoon is geworden. Het gebrek aan solidariteit dat de politici daarbij laten zien, is geen goed voorbeeld voor de kiezer en de belastingbetaler. Politici vragen de kiezer en de belastingbetaler voortdurend om solidariteit met Jan en alleman op te brengen. Hoe hebben ze het hart dat te doen als de honderdvijftig Kamerleden niet eens solidair met elkaar kunnen zijn wanneer enkelen hunner serieus met sluipmoord bedreigd worden?
Het probleem hier is toch ook weer dat het publiek eigenlijk niet op een zuivere manier op de hoogte wordt gehouden van de bedreigingen aan het adres van politici. Een gewezen fractievoorzitter, de politiek geheel correcte N.N. te A., vertrouwde mij toe, op een zaterdag in de supermarkt, dat hij enige tijd zeer specifiek en zeer ernstig bedreigd is geweest. Heeft niets over in de krant gestaan.
Dat is erg jammer, want het zou de specifieke en ernstige bedreigingen aan het adres van die andere fractievoorzitter, Geert Wilders, mogelijk in een nieuw daglicht stellen. Hoe is het trouwens mogelijk dat diens collega's en kiezers het gewoon zijn gaan vinden dat hij kennelijk zo intensief en al zo langdurig wordt bedreigd dat hij zijn werk nauwelijks op de normale manier kan verrichten? Waarom wil niemand zien dat dit ieder Kamerlid kan overkomen? En dat de bedreigingen aan het adres van Wilders ook nu al indirect effect hebben op de geloofwaardigheid van de andere Kamerleden? Passen zij misschien hun opvattingen aan om maar niet ook bedreigd te worden?
Hebben de bedreigingen van Wilders inderdaad wel met zijn politiek incorrecte standpunten te maken? Twijfel daarover is bij de huidige schaarse berichtgeving gerechtvaardigd. Heeft Geert Wilders al die bedreigingen niet gewoon aan zichzelf te danken? Die vraag zou bij niemand meer opkomen als de pers zakelijk en helder verslag zou hebben gedaan over de bedreigingen aan de kampioen van de politieke correctheid, ex-fractievoorzitter N.N.
te A.

Het bedreigd worden is sinds het begin van deze eeuw gedemocratiseerd, zullen we maar zeggen. Maar deze vorm van democratisering heeft een akelige schaduwzijde. Door bedreigingen hebben velen in Nederland tot hun verbazing van de ene op de andere dag een deel van hun vrijheid verloren. Ze hebben thuis niet geleerd hoe ze daarmee om moeten gaan, en ze krijgen weinig begrip en steun van hun omgeving.
Een maatschappij waarin honderden beschermde en onbeschermde bedreigden dagelijks voor hun leven moeten vrezen, is niet vrij meer. Beseffen we in Nederland wel hoe onvrij we al zijn geworden? Zal die ontwikkeling zich voortzetten? Gaat het erger worden? Wordt het trouwens geen tijd het bedreigen van bijvoorbeeld opiniemakers en politici – vooruitlopend op effectievere maatregelen – extra zwaar strafbaar te stellen?
Van de overheid is wat dit betreft voorlopig weinig of niets te verwachten. Dat hangt samen met de ideologie van waaruit de meeste bedreigers handelen. Een bedreiger, voor zover niet afkomstig van extreem-rechts, denkt dat hij na zijn dood in het paradijs vies mag gaan doen met kleine meisjes (‘maagden'). Hij laat zich daarom niet stoppen door het risico dat hij wordt doodgeschoten door een politieagent – denk weer aan Mohammed B. En een paar jaar gevangenisstraf of een taakstraf heeft op een bedreiger/moordenaar ook al helemaal geen afschrikkende werking.
Om af te komen van de haast onzichtbare beïnvloeding van ons dagelijks leven door bedreigingen, zullen we zowel in theorie als in praktijk anders met geweld om moeten leren gaan. Een vreedzame samenleving die wil blijven bestaan en die vreedzaam wil blijven, zal wegen moeten vinden om zichzelf met niet-vreedzame middelen te verdedigen tegen mensen die niet vreedzaam zijn.
Dat zal Nederland niet gemakkelijk vallen. Zelfs verbaal kunnen wij niet goed met geweld omgaan, dus ga maar na hoe we zullen reageren als er bloed vloeit en het ernst wordt. We hebben ter vergroting van onze gemoedsrust de politie al omgedoopt tot ‘buurtwerk', het leger doet vooral aan opbouwwerk en het lijkt wel alsof de legerleiding daar nog trots op is ook. En de AIVD moet zich beperken tot analyseren en signaleren. Een AIVD-rapport is haast niet te onderscheiden van een scriptie of een proefschrift. Onderzoek en analyse zijn inderdaad van levensbelang, maar wie doet er, zonder dat wij dat willen weten, het vuile werk?
We zijn collectief vergeten dat een vreedzame enclave als Nederland ter verdediging niet genoeg heeft aan de eigen vreedzaamheid, maar dat er ook een aantal gedisciplineerde rotzakken nodig heeft die zo nodig in het verborgene vuile handen maken bij het vechten voor vrede en vrijheid. Het zal niet meevallen om dat overtuigend uit te leggen aan al die brave en aardige mensen van het CDA en de ChristenUnie. En aan de rest.
We beseffen niet dat dreiging met geweld, en geweld zelf, alleen door gecontroleerde en sluwe toepassing van geweld gestopt kan worden. De onwaarachtige manier waarop bedreigingen half of geheel verzwegen worden, heeft verkeerde effecten op het openbare leven en is niet langer houdbaar. Dat dwingt ons te gaan zoeken naar methoden die kunnen bewerken dat Nederland op de lange duur, om het maar eens hardop te zeggen, zijn vrede en vrijheid terugkrijgt.

This item is available on the Militant Islam Monitor website, at http://www.militantislammonitor.org/article/id/2842